In de Chinese natuurfilosofie is de bron van alle dingen de 'Tao', de wet van het universum. Uit de Tao komt het ene, het bestaan. Dit valt uiteen in twee krachten, het yin en het yang, die tegenover elkaar staan en elkaar tegelijkertijd aanvullen. De wisselwerking tussen yin en yang, eb en vloed tussen de twee principes, waardoor de qi-energie wordt voortgebracht, hierdoor zijn er drie krachten in plaats van twee. Qi is de 'onstoffelijke adem' en komt in vele vormen voor. Van de meest zuivere vorm, zoals het licht, tot de meest grove, zoals graniet, want zelfs inerte massa bestaat uit Qi in de meest dichte vorm, net zoals al het stof dat bestaat uit energiedeeltjes. Volgens de oude filosofie uit Qi zich in vijf verschillende aspecten van energie, bekend als de vijf elementen Vuur, Aarde, Metaal, Water en Hout. Elke element heeft zijn eigen speciale eigenschap of kenmerk. De mens is een mengeling van alle vijf de elementen. Alles uit de natuur is samengesteld uit een bepaalde mengeling van yin en yang, samen met een bepaalde combinatie van de vijf elementen, die uniek is en de ware Qi van de van dat voorwerp of levende wezen is.

Qi stroomt door een stelsel van meridianen door het lichaam. Met Qi kan contact gemaakt worden op bepaalde punten langs de meridianen, deze punten staan bekend als de acupunten in de Chinese geneeskunde en onder hun Japanse naam tsubo's (drukpunten) in shiatsu. Bij een gezond persoon is de energie in balans en stroomt Qi door de meridianen. Qi kan alle delen van het lichaam bevoorraden en in stand houden.
Als het lichaam verzwakt is door een onmatige leefstijl, emotionele stress of letsel, stroomt de Qi niet meer vrij en onbelemmerd, wat tot een tekort op bepaalde plaatsen en een overschot op andere leidt.

Qi (of chi) is de Chinese benaming, in Japan wordt deze energie Ki genoemd.